Trouwen voor de wet: hoe zit dat in elkaar?

Vroeger deden koppels hun burgerlijk huwelijk en trouwfeest op één dag. Vandaag? Gebeurt dit vaker op twee aparte dagen. Waarom? Minder stress, meer genieten.

Tip: maak er een wedding weekend van!
Vrijdag: burgerlijk huwelijk.
Zaterdag: the big party.
Zondag: brunchen & nagenieten met vrienden en familie.

Je moet naar de burgerlijke stand van de gemeente waar jij en/of je partner officieel wonen om daar aangifte te doen van jullie trouw. Dit moet gebeuren maximum 6 maanden en minimum 2 weken voor je trouwdatum. In sommige gemeentes kan je je datum al eerder ‘reserveren’ dan 6 maanden voordien; dit vraag je best na in jouw gemeente.

Wat moet je meenemen voor de aangifte te doen?

• De geboorteaktes van jullie beiden. Dit is enkel nodig als jullie niet in België zijn geboren.
• De identiteitskaarten van jullie beiden
• Als enkel jij of enkel je partner aangifte gaat doen, dan moet je ook een volmacht hebben die aantoont dat de andere persoon akkoord gaat

Bij de aangifte kan je ook al je getuigen doorgeven, maar dit kan ook later worden doorgegeven. Per persoon mag je max. 2 getuigen hebben of één of geen getuige mag ook. De getuigen moeten meerderjarig zijn, maar hoeven geen bloedverwant te zijn.

• Tijdens de week: meestal gratis (in de meeste gemeentes)

• Op zaterdag: vaak tussen €25 en €50 (afhankelijk van de gemeente waar je woont)

• In grotere steden (zoals Gent, Antwerpen, Brussel): reken op enkele honderden euro’s

Check dus zeker even met je gemeente – beter safe dan sorry.

Het officiële gedeelte duurt zo’n 15 à 20 minuutjes. De burgemeester of ambtenaar van de burgerlijke stand leidt alles in goede banen. Wat gebeurt er precies?

1. Ze lezen de wettelijke rechten en plichten voor

2. Jullie geven elkaar het ja-woord

3. Ringen worden uitgewisseld (optioneel)

4. Jullie ondertekenen het huwelijksregister

5. Je krijgt je trouwboekje

En dan… zijn jullie officieel getrouwd!